Versleuteling, ook wel encryptie genoemd, wordt op internet veelvuldig gebruikt om privégegevens te beveiligen. Een vakgroep aan de Katholieke Universiteit Leuven vervult daarbij een cruciale rol, onder aanvoering van de Belgische encryptiegoeroe Bart Preneel.
Internetbankieren, e-maildiensten, zoekopdrachten via Google en berichtenapps als Whatsapp: ze maken gebruik van versleuteling om privégegevens te beveiligen. Handig voor de gebruiker, want die is zo verzekerd dat er niemand mee gluurt en informatie steelt.
Maar inlichtingendiensten is encryptie een doorn in het oog. Na de aanslagen in Parijs borrelde de discussie weer op: moet er een einde komen aan versleutelde communicatie? De directeur van de FBI deed deze week daarbij een opvallende duit in het zakje. Hij opperde dat techbedrijven die hun apparaten en software versleutelen “zouden moeten overwegen hun businessmodel aan te passen”.
Eerder dit jaar, na de aanslag op de redactie van het satirische magazine Charlie Hebdo, sprak de Britse premier David Cameron zich uit: geheime diensten moeten toegang krijgen tot versleutelde berichten om nieuwe terreurdaden te voorkomen. Dat dat technisch gezien onmogelijk is en de privacy van burgers schendt, doet voor Cameron niet ter zake.
Encryptiehoofdstad Leuven
Baanbrekend werk op het gebied van encryptie vindt plaats in Vlaanderen, aan de bijna 600 jaar oude Katholieke Universiteit Leuven. De vakgroep Computer Security and Industrial Cryptography is in de afgelopen vijftien jaar uitgegroeid tot één van de leidende onderzoeksgroepen ter wereld als het gaat om digitale versleuteling van informatie.
Zo bedachten twee leden van de vakgroep eind jaren negentig het Rijndael-algoritme. Dat werd in 2000 door de Amerikaanse wetenschappelijke instelling NIST gekozen als basis voor de nieuwe Advanced Encryption Standard, dat tegenwoordig één van de meest gebruikte technieken is om informatie op internet te versleutelen.
Professor en privacyheld Preneel
Hoofd van de vakgroep is de Belgische cryptograaf Bart Preneel. Hij kwam in 1987 binnen voor zijn promotie-onderzoek, tien jaar later was hij professor. Preneel wordt door privacy-activisten gezien als een held, maar critici stellen dat zijn werk het voor overheden moeilijker maakt om terreur tegen te gaan.
Daarover heeft Preneel een afgewogen mening. "Overheden moeten sommige dingen in het geheim doen. Aan de andere kant moeten ook burgers op legale wijze dingen in het geheim kunnen doen", zei hij in een recent interview waaruit The Wall Street Journal citeert.
Preneels vakgroep doet uiteenlopende klussen, voor zowel overheden als het bedrijfsleven. Zo ontdekte een team onderzoekers in opdracht van de Belgische privacywaakhond CBPL dat Facebook het surfgedrag van niet-gebruikers volgt. De rechter oordeelde daarop dat Facebook daarmee moet stoppen, op straffe van een dwangsom.
Ook mag Preneel onder meer multinationals als Sony, Unilever en de Nederlandse chipfabrikant NXP tot zijn klanten rekenen. "Ze geven me een protocol met de opdracht: kraak het", zegt Preneel. "Soms doe ik dat ook."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl